4.4 Injecteren van scheuren en holle ruimtes in beton

Om lekkage via scheuren en andere onvolkomenheden zoals grindnesten in wanden en vloeren tegen te gaan of om gescheurd beton weer aan elkaar te ‘lijmen’, is het injecteren van de scheuren met een injectievloeistof vaak de meest geschikte methode. Omdat de oorzaak en de aard van de scheurvorming in beton nogal kunnen verschillen, zijn meerdere typen injectiemethoden en injectievloeistoffen ontwikkeld. Voor scheuren met een scheurwijdte kleiner dan 0,2 mm is injecteren meestal minder geschikt en in de meeste gevallen ook niet nodig.

Om een goede vulling van een scheur te verkrijgen, moet het materiaal vol­doende vloeibaar (laagviskeus) en met overdruk in de scheur worden ge­bracht. Hierbij worden twee hoofdprincipes onderscheiden:

Injecteren onder hoge druk

De meest effectieve methode om de scheurvlakken te verlijmen is die, waarbij op een systematische wijze het scheurvlak schuin wordt aangeboord. Afwisselend worden aan weerszijden van de scheur gaten geboord, schuin naar het hart van de scheur toe. Vanuit een boor­gat wordt de scheur gevuld, waarbij wordt aangenomen dat, wanneer het injectiemateriaal aan de voorzijde van de scheur (het betonoppervlak) ver­schijnt, dit ook tot de achterzijde van de scheur is doorgedrongen. In de meeste gevallen is hierbij geen tijdelijke oppervlakafdichting nodig. Het verspreidingsgebied rond het boorgat is afhankelijk van de scheurwijdte en van de dikte van het te injecteren onderdeel. Vaak wordt als vuistregel aangehouden dat de onderlinge afstand van de boorgaten gelijk is aan 0,5 - 1,0 maal de dikte van het te injecteren bouwdeel. De hars wordt van gat naar gat geperst, waardoor een optimale vulling wordt verkregen. Bij beheerste overdruk stroomt het injectiemateriaal geleidelijk door de scheur tot het volgende boorgat. Uit de scheur gestroomd materiaal moet direct worden verwijderd met daarvoor geschikt reinigings- of oplosmiddel, zodat geen uitgehard injectiemateriaal van het betonoppervlak behoeft te worden afgeschuurd of weggehakt.

Injecteren onder lage druk

Met behulp van op de scheur gelijmde vulstukken wordt een scheur geïnjecteerd. Hierbij moet de gehele scheur tijdelijk worden afgedicht met snelhardende starre kunstharsplamuur, omdat anders het injectie­materiaal via de weg van de minste weerstand uit de scheur komt. De theoretische afstand tussen twee vulstukken is gelijk aan de constructiedikte. 

Het nadeel van injecteren is altijd dat het resultaat van de verrichte werkzaamheden moeilijk kan worden gecontroleerd. Een zorgvuldige analyse vooraf inzake de oorzaak van de scheurvorming, het verloop ervan over de diepte van het bouwdeel en een systematische aanpak bij de uitvoering zijn zeer belangrijk omdat het resultaat van de verrichte werkzaamheden vaak moeilijk kan worden gecontroleerd.

Bij injecteren wordt onvermijdelijk zeer intensief met kunstharsen en oplos- of reinigingsmiddelen gewerkt. Hierdoor moet terdege rekening worden gehouden met de arbeidsomstandigheden en met milieuaspecten. 

Voor het beoordelen van de juiste injectietechniek en de daarvoor benodigde materialen hebben VBR-bedrijven gekwalificeerde injecteurs in dienst die onder begeleiding van hun Betononderhoudskundige een constructieve verlijming of een adequate en duurzame afdichting kunnen realiseren.